Het etiket of de op de kaarsen aangebrachte symbolen respecteren.
Het is raadzaam minimaal 7 cm ruimte tussen de kaarsen te houden. Zo wordt voorkomen dat de warmte van de ene kaars het branden van de andere beïnvloedt.
Plaats de kaarsen niet op een plek waar het tocht.
Kaarsen niet in direct zonlicht plaatsen. Ze kunnen smelten en hun kleur verliezen.
Laat lotus kaarsen de eerste keer minimaal 3 uur branden, tot dat ze “open gaan”
Laat scented kaarsen altijd branden tot dat de bovenlaag volledig vloeibaar is.
Het is raadzaam het lont bij elk gebruik tot op 5 mm bij te knippen. Als het lont te lang is, zal de kaars onregelmatig branden of druipen. Handig hierbij is de wicktrimmer (zie afbeelding)
Raak bij het aansteken de lont en de paraffine gelijktijdig aan, waardoor de lont zich volzuigt met paraffine.
Bij het doven van de kaars kunt het beste de lont onderdompelen in het eigen kaarsvet en weer omhoog halen. Handig hierbij is de extinguisher & positioner ( zie afbeelding)
Als de vlam te schuin gaat branden, moet de klant controleren of het lont rechtop staat en, indien nodig, de stand van het lont bijstellen.
Het is nuttig de rand van de kaars bij te knippen als het lampioneffect ontstaat. Te diep laten inbranden kan een schoorsteeneffect veroorzaken, waardoor de vlam lucht gaat happen en de kaars uiteindelijk gaat walmen en wapperen.
Het bijknippen van de rand kan nodig zijn als deze naar buiten dreigt door te zakken en er op deze manier kaarsvet wegstroomt.
De brandtijd van kaarsen met meerdere lonten beperken tot maximaal 3 uur.
De ondergrond waarop een brandende kaars geplaatst wordt, moet altijd vlak en warmtebestendig zijn.
Zorg voor een goede opvang van eventueel afdruipend kaarsvet. (kaars Ø 4,4 cm)